Journalistiek in Nederland, 1850-2000

Muskieten, luizen en ratten. Van journalisten bestaan weinig flatteuze aanduidingen, die haaks staan op de hartstocht waarmee journalisten zelf hun vak beoefenen. Ze doen ook geen recht aan de belangrijke rol die de journalistiek speelt in politiek, economie, cultuur en sport. Wie zijn toch die journalisten en wat drijft hen?

Journalistiek in Nederland volgt het spoor terug tot in 1850. Aan de hand van baanbrekende stijlen en personen geeft dit boek een intrigerend overzicht van anderhalve eeuw journalistieke cultuur. Het is het verhaal van de opkomst van de moderne journalistiek in de negentiende eeuw, de dilemma's in de Eerste en Tweede Wereldoorlog, de verzuiling, de invloed van radio en televisie en de groei naar een onafhankelijke kritische macht sinds de jaren zestig. Maar het is ook het verhaal van een hecht georganiseerd metier dat de persvrijheid en beroepsnormen koestert en verdedigt.Vragen over de journalistieke verantwoordelijkheid, bronbescherming, de rol van de commercie, objectiviteit en de uitdagingen van nieuwe technologie keren permanent terug tot aan de vraag die het actuele debat beheerst: hoe ziet de journalistiek van de eenentwintigste eeuw eruit?